dare UvA
De neurotransmitter dopamine (DA) is betrokken bij hersenfuncties als beweging, cognitie en emotioneel- en beloningsgerelateerd gedrag. Het afsterven van DA-neuronen in de substantia nigra in de hersenen veroorzaakt de ziekte van Parkinson. DA-stoornissen in andere hersengebieden worden in verband gebracht met schizofrenie, verslaving, obsessief-compulsieve stoornissen, het syndroom van Gilles de la Tourette en ADHD. Pepijn van den Munckhof onderzocht de aphakia-muis, die van nature geen Pitx3-gen heeft. Hierdoor ontstaat een groot tekort aan dopamineneuronen in de substantia nigra. De verschijnselen zijn vergelijkbaar met die van Parkinsonpatiënten; de aphakiamuis vormt hier dan ook een goed diermodel voor. In patiënten worden meer veranderingen gezien, maar toch lijkt het Pitx30-gen van cruciaal belang bij overleving van DA-neuronen in het de substantia nigra.
Introductie
De neurotransmitter dopamine (DA) is een belangrijke modulator van vele functies van de
hersenen, zoals motoriek, neuro-endocriene hormoonsecretie, cognitie, emotioneel
gedrag en beloningsgerelateerd gedrag. Bij zoogdieren zijn DA neuronen voornamelijk
gelokaliseerd in het ventrale gedeelte van de middenhersenen (mesencephalon), alwaar
ze de substantie nigra pars compacta (SNc) en het ventrale tegmentum (VTA) vormen. DA
neuronen van de SNc projecteren hun axonen naar het neostriatum (bestaande uit de
nucleus caudatus en het putamen), de belangrijkste structuur van de basale ganglia die in
contact staan met nagenoeg alle corticale hersengebieden. Het afsterven van SNc DA
neuronen veroorzaakt bij mensen de ziekte van Parkinson, terwijl stoornissen in de
projecties vanuit de VTA naar de nucleus accumbens en prefrontale cortex geassocieerd
zijn met schizofrenie, verslaving, obsessief-compulsieve stoornissen, het syndroom van
Gilles de la Tourette en ADHD. Omdat DA neuronen betrokken zijn bij essentiële
fysiologische functies en bij frequent voorkomende ziektebeelden, wordt er veel
onderzoek gedaan naar de embryologische ontwikkeling van deze neuronen
Hoe kan het dat sommige mensen gewelddadig worden als ze dronken zijn? Finse onderzoekers hebben een genetische afwijking gevonden die de neiging tot impulsief geweld van dronkaards vergroot.
Een voetbalkampioenschap staat garant voor een groot feest. Massa’s mensen gaan de straat op en vieren de victorie van ‘hun’ club. Maar als het feest over z’n top is en de geconsumeerde hoeveelheden drank niet meer te tellen zijn, breken de relletjes uit. Drank speelt vaak een rol in het escaleren van situaties. Zeker een ‘kwade dronk’ kan voor heel wat narigheid zorgen. Maar hoe kan het drank de één blij, spraakzaam en relaxed maakt, maar bij de ander agressie oproept? Onderzoekers van de Universiteit van Helsinki hebben een gen ontdekt dat hierin een rol speelt, genaamd het monoamine oxidase A (MAOA) gen . Mensen met een hyperactief exemplaar lijken vatbaarder voor een kwade dronk. Dit effect neemt wel af naarmate ze ouder worden, zo schrijven de onderzoekers in het blad ‘Alcolholism: Clinical & Experimental Research’. Een korte uitleg: Het gen is een blauwdruk voor het enzym MAOA. Dit enzym breekt moleculen - monoamines -, zoals dopamine, serotonine en noradrenaline, af. Het komt regelmatig voor dat dit gen een te hoge of te lage activiteit vertoont. Dan worden er dus teveel of te weinig moleculen afgebroken. Zo’n afwijking wordt vaak gekoppeld aan asociaal gedrag. Om deze relatie aan te tonen namen de Finse onderzoekers 174 mannen die onder invloed geweld hadden gepleegd. De combinatie geweld en alcohol was hier immers duidelijk. Zij werden genetisch getest, hun drinkverleden werd onder de loep genomen en er werd gekeken of ze gewelddadige recidivisten waren. Zware drinkers met een hoge activiteit van MAOA, bleken onder invloed veel vatbaarder voor geweld. De onderzoekers hebben hier zelfs percentages aan weten te koppelen. Per kilo - zo’n 1,267 liter - pure alcohol per jaar meer, neemt het risico op impulsief geweld toe met 2,3 procent. De gemiddelde Finse alcoholconsumptie is tien kilo per jaar, wat neerkomt op twee drankjes per dag. De gewelddadige recidivisten zaten gemiddeld op 72 kilo, zo’n vijftien borrels per dag dus. Hier tegenover staat dan weer de gunstige invloed van leeftijd. Hoe ouder, hoe braver. Per jaar neemt het risico op impulsief geweld met 7,3 procent af. Agressieve dronkaards kunnen over hun gewelddadige neigingen heen groeien. De kennis van een eventuele genetische aanleg tot dronken geweld kan volgens de onderzoekers tot een betere aanpak van dit type criminelen leiden. Ten eerste kunnen deze mannen begeleid worden om alcoholloos te leven. Daarnaast zou er naar medicijnen gezocht kunnen worden die de serotonineniveaus oppeppen en zo de vergrote afbreuk hiervan compenseren. Ook kan er gekeken worden naar mannen die in de gevangenis zitten. Als ze over hun daden heen kunnen groeien, is het wellicht zinnig ze eerder vrij te laten. Zo krijgen zij de kans nog een normaal leven te leiden en wordt de overheid een hoop geld bespaard. Johan Schaeffer Tikkanen, R., ‘Effects of MAOA-genotype, Alcohol Consumption, and Ageing on Violent Behavior’, in: Alcoholism: Clinical & Experimental Research, maart 2009